SV | De stad nu verbrandden zij met vuur, en al wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN. |
WLC | וְהָעִ֛יר שָׂרְפ֥וּ בָאֵ֖שׁ וְכָל־אֲשֶׁר־בָּ֑הּ רַ֣ק ׀ הַכֶּ֣סֶף וְהַזָּהָ֗ב וּכְלֵ֤י הַנְּחֹ֙שֶׁת֙ וְהַבַּרְזֶ֔ל נָתְנ֖וּ אֹוצַ֥ר בֵּית־יְהוָֽה׃ |
Trans. | wəhā‘îr śārəfû ḇā’ēš wəḵāl-’ăšer-bāh raq hakesef wəhazzâāḇ ûḵəlê hannəḥōšeṯ wəhabarəzel nāṯənû ’wōṣar bêṯ-JHWH: |
De stad nu verbrandden zij met vuur, en al wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
De stad nu verbrandden zij met vuur, en al wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!